Rit naar Cairns en weer een klein beetje boer zijn.
Zaterdag 26-11
We verlaten Townsville om half negen en verlaten daarmee ook “the dry tropics”. Iets ten noorden van Townsville kun je al gauw de verandering zien in vegetatie. Het is er veel groener en er groeien veel meer bomen. We rijden “the wet tropics” in. In Cardwell aan zee gestopt voor koffiepauze. Aan het strand staan waarschuwingsborden in verband met de aanwezigheid van krokodillen in zee. Er wordt ook aangegeven ze niet te voeren en als je dat toch doet riskeer je een boete van 4400 AUS dollar. Gisteren hoorden we ook dat je een boete krijgt van 1500 AUS dollar als je de poep van je hond niet opruimt. Het is er niet voor niets zo schoon overal. We hebben meer dan de helft van onze rit naar Cairns er op zitten. Nog 174 kilometer voor de wielen. Vanaf Townsville hebben we heel veel suikerriet velden gezien en nu komen er bananenplantages bij. Het is weer, of nog steeds warm. Gisterenavond om tien uur was het 29,5 graad en vanmorgen om half negen was het ook 29,5 graad en om elf uur 32 graden. Het koelt weinig af ’s nachts maar gelukkig hebben we goede airco in de camper, we slapen prima.
We stoppen bij een bananenplantage om even te kijken. Om de bananentrossen zitten plastic zakken die onder open zijn. Dat is om de bananen tegen insecten te beschermen en soms zitten er ook insecticiden in de zak ter bestrijding van insecten. Wat wij overigens een tros bananen noemen, is eigenlijk een “hand bananen”. Een tros is de hele tros en die bestaat dus uit meerdere handen. Een stuk verderop zien we een grote machine suikerriet oogsten. We rijden er naar toe en stappen uit om even te kijken en te filmen. Er komt een mevrouw naar ons toe gelopen en die spreekt Iet aan: “Hai how are you today and where are you from?
Ze vraagt aan Iet of ik het leuk zou vinden om met de machine mee te rijden en ze belt haar man die de machinist is van de machine. Op het kopeind aangekomen stopt hij en stap ik in. Hij vertelt dat hij samen met twee broers een familyfarm heeft. Ze hebben 330 acres in eigendom (135 ha) en pachten nog ongeveer 1900 acres bij. In totaal hebben ze 2200 acres suikerriet (900 ha). De oogst begint in juni en duurt tot kerstmis ongeveer. Het suikerriet wordt gehakseld en alleen de stengels worden geoogst. De bladeren en onderbegroeiing (rubbish) worden op het land geblazen en dient als compost. Nadat het is gemaaid, groeit het weer gewoon aan en kan het nog een tweede keer worden geoogst. Iedere 4 tot 5 jaar worden de planten vervangen. Mitchel vindt het leuk om te vertellen tenslotte zit hij ook maar de hele dag alleen in zijn cabine. De machine rijdt 7 kilometer per uur en ze kunnen ongeveer 22 acres per dag oogsten (8 tot 9 ha) afhankelijk van de zwaarte van het gewas. Als ik Mitchel vertel, dat ik uit “The Netherlands” kom, begrijpt hij me niet. Holland lukt beter. Ik vertel dat Nederland 400 kilometer van Noord naar Zuid is en 250 van west naar oost. Hij lacht en zegt: “That’s a drive from Townsville to Cairns”, de rit die wij vandaag deden.
We rijden verder richting Cairns tot 85 kilometer voor Cairns en gaan acht kilometer landinwaarts naar de Josephine Falls om te picknicken. Het is elke keer weer bijzonder te zien hoe de faciliteiten zijn, picknick tafels overdekt zodat je lekker in de schaduw zit, BBQ op gas en alles is schoon inclusief de toiletten. Toen een kleine kilometer gelopen naar de Josephine Falls, dit keer wel met water. We zitten tenslotte in de “wet tropics”
Het is zaterdag en dus zijn er veel mensen aan het zwemmen en aan het poedelen. Daarna nog een uurtje rijden naar Cairns. Eerst nog een paar boodschappen gedaan en toen naar Big4 Coconut Holiday Park. We boeken daar drie nachten.
Magnetic island, Koala beertje en Walibi's nu in het wild.
Vrijdag 25-11
Jawel vanmorgen stonden we weer om 9 uur bij de bushalte en dit keer gingen we wel mee. Naar de haven van Townsville om daar de ferry van half tien te nemen naar Magnetic Island. 35 AUS dollar voor een retour incl. dagkaart voor de hop on hop off bus. Om vijf voor tien komen we aan in Nelly Beach op Magnetic Island. We kunnen meteen met de bus mee richting The Forts Walk, vier kilometer rijden vanaf de ferry. Het is al aardig heet als we uitstappen. De wandeling is vier kilometer retour en loopt via een bosachtig dor gebied met veel eucalyptus bomen naar de restanten van een fort uit WO II. Je hebt onderweg overal hele mooie uitzichten over helder blauwe baaien, de blauwe zee en de rest van het eiland. De wandeling is erg in trek omdat je hier grote kans hebt Koala’s te zien. En ja hoor op een gegeven moment ziet Theo er een zitten vrij hoog in een eucalyptus boom. Het was een baby koala, de moeder hebben we nergens gezien. Het was een mooi gezicht daar boven in die boom. We hebben verder geen koala’s meer gezien maar erg genoten van de mooie uitzichten ook boven vanaf het fort. Na twee uur waren we terug bij de bushalte en al snel kwam de bus en gingen we naar Horseshoe Bay. Daar hebben we eerst geluncht en daarna wilden we eigenlijk in een met netten afgezet deel van de zee gaan zwemmen. Er werd voor infectiegevaar gewaarschuwd in verband met algen en het rook ook erg naar alg. Toen we een half uur op de bus moesten wachten, hebben we het advies van Carla en Rien opgevolgd en een ijsje gegeten bij de ijssalon naast de bushalte. Aan de lifeguard op het strand hadden we gevraagd welke stranden minder last hadden van alg en hij adviseerde ons naar Alma Beach te gaan. Dus weer met de bus mee naar Alma Beach, het eiland is niet zo groot dus je bent overal zo. De baai in Alma Beach was niet voorzien van stingernetten en er werd gewaarschuwd voor marine stingers. Dus ook niet zwemmen. Een uurtje op het strand gelegen en toen naar een “huge bar” voor een drankje. In Australië mogen ze alleen in bars met licentie alcohol verkopen. Iet had inmiddels gevraagd waar de walibi’s zaten en de mevrouw van de bar wees ons het pad. “At the moment there are heaps of Walibi's”, vertelde ze. We liepen naar de oude aanleg steiger van Geoffrey’s Beach en het was daar een drukte van belang. Mensen met appels, bananen en graan, voerden de walibi’s die uit de hand kwamen eten. Een man in een scootmobiel kwam daar iedere dag en gaf aanwijzingen aan de toeristen. Je moet er gewoon op af lopen in normaal tempo en zo dicht mogelijk bij ze gaan zitten met je hand open. Ze komen namelijk niet naar je toe, jij moet naar de Walibi toe lopen. Op een gegeven moment lukte het Iet ook er een te verleiden uit de hand te eten. Terug naar de bus en naar de ferry die om zes uur vertrok terug naar Townsville. Tijdens het vertrek zagen we op de pier nog enkele rock Walibi’s lopen. ’S Avonds kwam er nog even een possum langs geschuifeld op de camping. Het was weer een “awesome day full of wildlife”.
Dagje Townsville, oesters en witte wijn.
Donderdag 24-11
In verband met de warmte staan we hier vroeger op en om 9 uur stonden we al tip top klaar bij de bushalte. Er zaten twee mensen te wachten en dat bleken ook Nederlanders. Ze vroegen of we ook naar Magnetic Island gingen en we vertelden dat we vandaag naar de stad wilden. Ze hadden gisteren de stad bezocht en hadden fietsen gehuurd op de camping.
Dat was goed bevallen dus we besluiten dat ook te doen. Langs de kust loopt een prachtig fietspad en we rijden zo richting centrum. Onderweg bezoeken we een gedenkplaat van de tweede wereld oorlog. Townsville heeft een belangrijke rol vervuld in de strijd om de Javazee. In het centrum aangekomen eerst koffie gedronken in Fish Inn met uitzicht op het zwembad en op zee. Er is net als in Airlie Beach een prachtig zwembad aangelegd naast de zee met ligweide, met zeewater gevuld. Na de koffie verder over de coastal trail langs het strand en we zien een prachtig waterpark voor kinderen waar het heel druk is. Aan het einde van het pad rijden we het centrum in, parkeren de fietsen en gaan te voet door de winkelstraat. Leuke winkeltjes om even binnen te lopen. Een heerlijke juice gedronken en terug naar de Fish Inn voor de lunch. Iet wilde al heel lang oesters eten dus dat hebben we gedaan. Lekker met gebakken spekjes en ui. Als hoofdgerecht kingprawns en een glaasje witte wijn om het compleet te maken. Na de lunch hebben we even een siësta gedaan op de ligweide en gezwommen. Rond half zes waren we weer terug op de camping. ’S Avonds spraken we de mensen die we ’s morgens bij de bushalte zagen staan nog even, ze staan tegenover ons op de camping. Ze waren naar Magnetic Island geweest en hadden wat tips voor ons. Carla en Rien uit Monster nodigen ons uit voor een drankje en we hebben gezellig zitten kletsen en de wederzijdes ervaringen gedeeld. Een kleine toevalligheid: zij hadden ook hun reis geboekt via Pacific Island Travel! Carla en Rien zijn vertrokken in Cairns en op weg naar Sydney en wij zijn op weg naar Cairns. Om half twaalf naar bed en dat is voor hier heel laat.
Reis naar Townsville met tussenstop in Bowen en Bilabong Sanctuary.
Woensdag 23-11
Als we de deur van de camper opendoen zien we twee kangoeroes, een moeder met een jong. Als we om 8 uur wegrijden zit het jong in de buidel. We reizen vandaag naar Townsville, 255 kilometer te gaan. Het is om acht uur al 25,5 graden. In Bowen even gestopt maar daar is verder geen fluit te zien en we moeten zelfs zoeken om ergens koffie te drinken. Bowen is het centrum van de mango teelt. We stoppen onderweg even om een boomgaard te bekijken. Ten noorden van Bowen wordt het landschap heuvelachtig en niet meer van de kaarsrechte wegen maar licht slingerend. Er staan ook wat meer bomen langs de weg. Nog 200 kilometer naar Townsville. De pret van minder saaie wegen duurt maar even. Al gauw wordt de Bruce Highway weer kaarsrecht zover je kunt kijken. Zeventien kilometer ten zuiden van Townsville slaan we af en bezoeken we het Billabong Sanctuary. Dit is een park waar krokodillen, koala’s, kangoeroes, wombats en dingo’s worden opgevangen die gewond zijn geraakt, vaak omdat ze aangereden zijn of omdat ze ziek zijn. Sommige dieren kunnen na herstel weer vrijgelaten worden in hun natuurlijke omgeving maar anderen niet. Krokodillen niet bijvoorbeeld omdat die weer terugkeren naar de plek waar ze vandaan komen. Een krokodil is in het park opgenomen omdat ze in een in aanbouw zijnde woonwijk aan het nestelen was. Een wambat is als wees gevonden, ze leren de gewoontes van de moeder en als die er niet meer is, overleven ze niet. Voor de wombats is ook een fokprogramma gestart. Ze waren aan het uitsterven en toen is nog een kleine populatie gevonden. Daar hebben ze een hek omheen gebouwd en vervolgens is men gestart met het fokprogramma. Nu zijn er alweer 200. Hetzelfde gebeurt met koala’s. Er waren ook heel veel soorten vogels te zien en eenden. Sommigen bleven daar en anderen vertrokken in de zomer en kwamen terug in de winter. Bij elke diersoort gaf een ranger uitleg over de dieren. Het centrum fungeerde als opvangcentrum, educatiecentrum en als dierenpark met uitsluitend dieren uit Australië. Om vier uur vertrokken en hebben we een camping gezocht in Townsville. Daar raakten we in gesprek met onze buren. Die hoorden ons Nederlands praten en het bleken beiden kinderen van Nederlandse ouders. Ze waren van onze leeftijd en beiden hier geboren. Ze spraken beiden Nederlands omdat thuis Nederlands werd gesproken. Ze nodigden ons uit voor het “happy hour” op het strand en we hebben gezellig met ze zitten praten aan het strand tot een uur of zeven.
Mooie stranden en geen "Dingo burger"
Dinsdag 22-11
Rond tien uur vertrokken. We hadden eigenlijk Airlie Beach nog helemaal niet gezien dus reden we naar het centrum. We parkeren bij Port of Airlie en daar was een gezellige markt gaande dit keer zonder country zanger. We hebben de centenial coast walk gelopen naar Cannonvale Beach.. In het centrum langs het water ligt een mooi park, dus we lopen lekker beschut. Op een gegeven moment komen we langs een echt openbaar zwembad midden in de stad, Airlie Lagoon. Er is een mooi zandstrandje en een ligweide bij en het is er al lekker druk. Zo te zien veel backpackers. Je ziet weinig mensen aan zee op het stand in verband met het gevaar voor kwallen, haaien (tijgerhaai) en krokodillen. Aan het einde van de route koffie gedronken bij The Fat Frog en flink wat water, het was 30 graden dus weer veel drinken. We lopen weer terug via het drukke toeristische centrum naar de camper. Totaal 6 kilometer gelopen. Wij rijden, ook op advies van de mevrouw van de i-site naar Ceddar Creek Falls en doen onderweg nog een paar boodschappen. Waar we al een beetje bang voor waren, bleek het geval een beetje Creek en geen Falls. Het was wel een mooie picknickplaats maar er zaten alleen Duitsers en je wilt toch een beetje het Australië gevoel hebben nietwaar. Op aanraden van David en Jeremy van gisteren reden we naar Dingo Beach. Een hele mooie picknickplaats met beschutting onder de bomen. Voor de wereldberoemde Dingo burger waren we te laat. Lunch is tot 14 uur en het was inmiddels 15 uur. We hebben in The Shop naast de bar een sandwich gegeten. We zijn toen naar Hideaway Bay en Cape Gloucester gereden via een heel erg hobbelige gravelweg. Steeds mooie vergezichten en baaien met een fel blauwe zee. We vinden een camping in Hideaway Bay. Er zitten heel veel vogels waaronder de Rainbow Lorekeet die we een paar dagen geleden tijdens onsze picknick op bezoek hadden. Lekker buiten gegeten en een wijntje gedronken en de dag is weer voorbij gevlogen.
Whitesunday islands, another day in paradise.
Maandag 21-11
Om 07.10 worden we opgehaald door Nicole, de vrouw van de eigenaar( Jeremy) van de Lady Enid. We gingen nog een ander stel ophalen, Alexa en Klaus ( een Duits stel) en reden daarna naar de haven. We waren maar met 4 passagiers, we zouden met 6 zijn maar er hadden zich er ’s avonds twee afgemeld. Normaal moeten er minimaal 6 passagiers zijn om te vertrekken maar omdat ze de boeking al hadden bevestigd toch gegaan. “This is not a perfect business model but that is life”, zei Jeremy. Jeremy was de eigenaar van de boot en David was de skipper vandaag. De dag begon zonnig en we voeren om half acht op de motor de haven uit. Na een uur werden de zeilen gehesen en ging de motor uit. Er was niet heel veel wind maar het was wel een mooi gezicht om de Lady Enid door de golven te zien klieven. Het schip is in1961 gebouwd door een Engelsman als wedstrijdschip en is genoemd naar de vrouw van de eigenaar: Enid. (www.ladyenid.com.au). We voeren richting Whitsunday Island en kregen al gauw koffie of thee geserveerd met scones en kleine muffins. We meerden aan in Hill Inlet en Iet zag nog net een grote zeeschildpad een duik nemen. In een rubberbootje (dingi) werden we door skipper David naar het strand gebracht. Met Jeremy maakten we een wandeling naar twee uitkijkpunten over White Heaven Beach. Het uitzicht was schitterend, blauw water en ook groene tinten en spierwit heel fijn zand. De zon was inmiddels weer gaan schijnen en dat maakt het nog mooier. We liepen niet naar het grote strand waar groepen worden aangevoerd met “yellow muskitoos”. Dit zijn snelle rubberboten waar de traditionele schippers een hekel aan hebben. Vooral jongelui en veel “hustle en bustle” (vrij vertaald: hullie gullie)
Wij liepen naar een kleiner strand en daar was niemand behalve wij. Het strand is van wit silica sand, hetzelfde zand als bij Lake Mackenzie op Fraser Island. De stinger suits werden aangetrokken om ons tegen de marine stingers(kwallen) te beschermen. Als je hier door een kwal wordt gebeten, heb je echt een probleem. Met de helikopter naar het vaste land en daarna 5 dagen in het ziekenhuis. Wij waren eigenlijk de enigen die zo’n pak aan hadden, onbegrijpelijk volgens Jeremy. Op de terugweg naar het strand, waar we weer werden opgehaald, zagen we een flinke hagedisachtige, een varaan?
Op het strand stapten we weer in de dingi en voeren we terug naar de Lady Enid. Er stond een heel lekkere lunch voor ons klaar, king prawns uit Bowen, gerookte zalm, salades, quinoa etc. Het zag er super uit en het smaakte ook heel erg lekker.Na de lunch werd er weer gevaren maar we kregen een regenbui over ons heen. Het schip was goed uitgerust en voor iedereen was er een regenjack. Zo was er ook zonnebrandcrème en vers water, het ontbrak aan niets. Iet en ik kregen tijdens de regenbui instructies over het snorkelen, het Duitse stel snorkelde niet. Weer de stingersuits aan, die waren nog nat dus dat ging even lastiger. In een baai gestopt en wij werden met de dingi naar een ondieper gedeelte gebracht. Flippers aan, duikbril op en je laat je overboord vallen. Wat we toen zagen was zo mooi, dat kun je je niet voorstellen. Alsof je in een tropisch zeeaquarium zwemt. Prachtig koraal in verschillende vormen en kleuren en vissen in de mooiste kleuren, fel blauw met gele staarten, zebra vissen, blauw geel gestreept, groot en klein, je keek je ogen uit. Gelukkig zat er een bril voor. Je kon de vissen bijna aanraken, zo dichtbij. Als je dat probeerde schoten ze pas op het allerlaatste moment weg. Na drie kwartier weer terug naar de dingi en teruggevaren. Aan boord van de Lady Enid kregen we voor de tweede keer vers fruit geserveerd. Het was weer droog en we hebben lekker in de kuip zitten genieten. ’S Middags kregen we nog enkele buien maar we hadden een goede skipper. Als hij zijn jas aan deed kon je dat maar het best snel ook doen want dan kwam er geheid een bui over je heen. Die buien zag je overigens heel mooi aankomen op zee. Rond vier uur: tijd voor “bubbels” met kaas, olijven, ingelegde tomaten, biscuitjes etcetera, het was weer droog. Rond half zes voeren we met regen de haven binnen. Het einde van een prachtige dag. Een tocht met de Lady Enid is een echte aanrader. Iets duurder maar zeker waar voor je geld. Een prachtig schip met een mooie historie. Een deskundige bemanning en heerlijk eten en drinken. Kleine groepen, die van ons was wel heel klein en echt een hele dag op zee. We waren om half acht vertrokken en om half zes meerden we aan.
Another day in paradise.
Een dagje vakantie
Zondag 20-11
Om half acht hoorden we dat het regende, dus nog maar even blijven liggen. Binnen in de camper ontbeten want het regende af en toe. De buurman uit Yeppoon vertelde Iet dat het raar weer is op dit moment. Rond half elf vertrokken we uit Armstrong Bay. Het was zo’n twee en een half uur rijden naar Prosperpine.. Onderweg nog een keer gestopt voor koffie. Ten noorden van Macay groeit weer heel veel suikerriet dat ook wordt geoogst met grote combines. We zien weer diverse treintjes met suikerriet rijden. Het landschap is wat groener en wat heuvelachtiger, niet meer zo’n lange kaarsrechte wegen zoals gisteren. Rond half twee zijn we in Prosperpine en gaan we naar het I-point. De BAM girls hadden ons een tocht aanbevolen met de Derwent Hunter naar The Whitsundays. We dachten dat gaan we dus even boeken maar helaas, deze boot zat maandag en dinsdag vol. Nadat de I-mevrouw nog eens had gezocht, vond ze er één die nog wel plaats had. Een klassieke zeilboot uit 1961 die aan verschillende zeilraces heeft meegedaan en twee jaar geleden is gerestaureerd. Op voorwaarde dat er gesnorkeld zou worden, wilden we wel boeken. Weer even gebeld en er bleken pas 6 personen geboekt te hebben en er werd gesnorkeld. Het zag er allemaal goed uit en de beoordelingen op Tripadvisor waren uitstekend, dus geboekt. Daarna naar de Big4 camping in Airlie Beach.. De prijsverschillen tussen de campings zijn niet groot maar de kwaliteit en de faciliteiten verschillen nogal. Gisteren betaalden we 32 Aus dollar per nacht voor een heel eenvoudige camping en nu 36 Aus dollar voor een hele mooie camping met prachtig zwembad en super sanitair. Nadat we ons hadden geïnstalleerd hebben we wat gegeten en zijn daarna naar het zwembad gegaan. Een rustige dag vandaag, het lijkt wel vakantie.
Even wat kilometers maken
Zaterdag 19-11
Om half tien zijn we op weg naar Rockhampton. Het landschap blijft een beetje hetzelfde. Hele lange wegen met links en rechts hoog gras en soms wat bomen. Af en toe wat bos en soms ook een beetje heuvelachtig. Onderweg zien we een enorm lange trein geladen met steenkool. Die is afkomstig van de mijnen in het binnenland en worden vervoerd naar de haven van Gladstone. Rockhampton is DE vleesstad van Australië. In een straal van 250 kilometer rond Rockhampton lopen zo’n 2,5 miljoen runderen. Wij hebben er langs de A1 niet zoveel gezien dus ze zullen meer in het binnenland lopen. Veertig kilometer voor Rockhampton zien we wel enorme weilanden maar met een beperkt aantal runderen. De beweiding is niet intensief. Rockhampton ligt op de Steenbokskeerkring: Tropic of Capricorn. Bij de eerste rotonde worden we meteen welkom geheten door een enorm beeld van een bull. Aan de Quaystreet staan enkele historische gebouwen die fraai zijn gerestaureerd. We drinken even koffie en de serveerster geeft ons uitgebreid informatie over de platypus, een dier met de staart van een bever en de bek van een eend die op het strand leven. Nog nooit van gehoord.
Even een foto genomen van een enorme, heel kitscherige kerstboom met pakjes, sterren, ballen en slingers, die op een rotonde stond. Ziet er toch raar uit voor ons midden in de zomer.
Rockhampton is ook de plaats waar het gematigd zeeklimaat overgaat in een subtropisch klimaat. Het was er nu 31 graden en best lekker. Rond half twee een lunchstop bij een picknickplaats in Marlborough, we hebben Gladstone ook al gehad. We kregen gezelschap van twee papegaaien, net zo brutaal als de mussen bij ons. The Bruce Highway, A1, is bijzonder saai en wij zijn niet de enigen die dat vinden. Om wakker te blijven staan er allerlei borden langs de weg. Een quizvraag: welke bloem staat er in het wapen van Queensland, een aantal kilometers verder het antwoord: de orchidee. Een verzameling van de spreuken langs de weg: survive this drive, take a rest and refresh, free reviver when open (gratis koffie), break the drive stay alive, still a long way to go kids, rest or R.I.P. Deze spreuken zeggen genoeg. Er liggen ook heel veel dode kangoeroes langs de weg, aangereden door auto’s. Nog een stop gemaakt in Carmila en nog 36 kilometer naar Sarina. Onderweg zagen we een trein met 400 wagons geladen met suikerriet. Iet had ze geteld. Het zijn wat kleinere wagons maar wel 400! Waarschijnlijk is de trein op weg naar Macay, dat ligt nog iets verder naar het noorden en wordt “The sugar capital” genoemd. Ze leven daar van de suikerindustrie en van de kolenindustrie. Een derde van de totale suikerproductie van Australië komt uit dit gebied. Ten zuiden van Macay worden kolen gedolven in dagbouw, die worden met de trein vervoerd naar de haven en daar overgeladen in grote schepen. Rond half vijf zijn we op de camping, Armstong Beach. Vandaag 441 kilometer gereden, moest even en dit deel van de goldcoast is niet zo interessant. Lekker een plaats aan zee gezocht maar we hebben de camper later toch maar even verzet zodat we uit de wind zaten. De (lege!) glazen waaiden van tafel. Nog lekker zitten lezen en een wijntje en de dag zit er weer op.