Iet en Theo in New Zealand and Down Under

Prachtige walvis gezien

Woensdag 2-11

Op ons gemak opgestaan, geen zonsopkomst want het was helemaal bewolkt en het regende rond zes uur. Ieder nadeel heb zijn voordeel. Inmiddels was het weer droog en kwam ook de zon door.

Gisterenavond kwamen we erachter dat we niet vrijdag naar Sydney vliegen maar morgen. Goed teken vinden we dat we de tijd en de agenda vergeten. Plan is snel aangepast, we besluiten het bezoek aan de stad Christchurch te skippen. We hadden ook wat levensmiddelen over en onze buren, ook Nederlanders toevallig, zijn net aangekomen en hadden nog geen boodschappen gedaan, dus die ook weer blij.

Om half tien rijden we naar het kantoor van Whale Watching. We kunnen pas om half elf inchecken. Ik hoor dat er mensen worden omgeroepen die blijkbaar wel hebben geboekt maar nog niet zijn komen opdagen. Final call for “huppeldehup”. Ik vraag of we niet meekunnen met de tocht van 10 uur nu er mensen uitvallen en dat kon. Eerst natuurlijk de safety instructions en dan met de bus naar de haven en de boot op. Iedereen moest tijdens de tocht binnen zitten en we begrepen al snel waarom, de boot gaat namelijk echt hard. We moeten zo’n 14 kilometer uit de kust, een half uurtje varen. We krijgen heel veel informatie over walvissen en andere zeedieren. Aangekomen op de geplande plek zien we een Sperm Whale, 18 meter lang en 15000 kilo! Zo’n walvis eet iedere dag 1500 kilo (vis, garnalen, octopus etc.) Hij spuit regelmatig een mooie fontein bij het uitademen. We zien de bovenkant van het dier mooi in het water liggen op zo’n 30 meter afstand. Op een gegeven moment zegt de gids dat we goed moeten opletten omdat hij gaat duiken. Hij strekt zich dan uit voor een laatste diepe ademhaling en duikt dan de diepte in waarbij de staart een mooie beweging maakt en weg is hij. Deze walvissen duiken tot wel drie kilometer diep en blijven tot een uur onder water. De hartslag daalt dan tot 1 per minuut. We voeren weer terug en zagen nog twee albatrossen, pelsrobben op een rots voor de kust en een groepje Dusky dolfijnen, ook wel bonte dolfijn genoemd. Na twee uur varen waren we weer terug in de haven, de hele boottocht hadden we mooi weer. Daarna vertrokken richting Christchuch via de inland highway 70 van de Alpine Pacific route. We reden door een prachtig heuvellandschap en zagen nauwelijks verkeer. Aan de rand van de weg, op een punt met fraai uitzicht, gestopt en lekker in de berm geluncht als echte pensionado’s.

Vervolgens werd het bergachtiger en werd de weg ook bochtiger met hier een daar heel scherpe haarspeldbochten. Bij Waikari reden we weer door een breed dal. Via Amberley naar Christchurch waar we om half vijf de Top10 camping opreden. Alles weer gewassen zodat we “schoon” aankomen in Sydney en snel aan de wijn en een pilsje want dat moet ook op.

Van lake Tekapo naar Kaikoura, even doorbijten 400 kilometer.

Dinsdag 01-11

We vertrekken om tien uur , we rijden nog even door de hoogvlakte met weinig bomen, het is kaal en bruin. Voorbij de Burkes Pass slingert de weg weer wat meer en is de begroeiing weer prachtig groen. Hier is het weer heuvelachtig. Grote delen zijn begroeid met brem en overal zijn schapen. Afhankelijk van de weg hebben we weer uitzicht op de bergen. In Geraldine verlaten we State Highway 79 (vergelijk de weg van Geldrop naar Mierlo) en nemen we de scenic route, Highway 72. De route gaat langs de Voor Alpen en bochtige wegen en heuvels worden afgewisseld met lange rechte wegen door het vlakke deel van het gebied. Niet altijd “scenic” dus. Bij de Rakaia River even gestopt voor het mooie uitzicht. We rijden verder tot Rangiora en verlaten Highway 72, we komen weer op State Highway 1 richting Kaikoura. Bij Waipara begint de Alpine Pacific Triangle die we volgen. Direct na Waipara zien we links en rechts van de weg velden met druivenranken en de daarbij behorende wijnhuizen. Hier wordt vooral wijn gemaakt van de pinot noir en de riesling. De triangle is ook bekend om zijn kalksteenrotsen. Bij Domett volgen we weer een toeristische route die langs The Cathedral Cliffs komt. Een hele mooie klif in de vormvan zuilen en pilaren. Het dorp dat beneden aan de kust ligt, Gore Bay is uitgestorven, hier staan vooral vakantie woningen. We komen bij Cheriot weer op de 1 en drinken daar even koffie in “The Public Bar”. De weg vervolgt zich door glooiend en groen landschap. Zo’n veertig kilometer voor Kaikoura slingert de weg weer door een kloof. Bij Oaro komen we weer aan de kust! De bergen komen tot aan de kustweg. Wij rijden pal langs de kust van de grote oceaan. Veel rotspartijen in het water met daarop nog enkele zeeleeuwen. Na alle zeeleeuwen die we al gezien hebben niet meer de moeite om te stoppen. We zijn inmiddels verwend, erg hè !!

Om half zes zijn we op de Top10 camping van Kaikoura, een gezellige receptionist ontvangt ons en we boeken meteen een walewatch tour voor morgen. We informeren ook naar het tijdstip waarop de zon opkomt, omdat we de zon wel eens uit de zee willen zien komen, 06.08 uur.

Kan het nog blauwer, lucht en water.

Maandag 31-10

De dag begint weer strak blauw met uitzicht op Mount Sefton. We ontbijten buiten, gaat prima als de zon schijnt en het wind stil is. Om vijf voor tien vertrekken we voor de Hooker Valley track. Een tocht van drie uur retour. De wandeling ging over drie hangbruggen en Iet probeerde de eerste over te steken met zo min mogelijk mensen erop zodat het zo min mogelijk wiebelt. De tweede en de derde gingen al beter. Van een Amerikaans stel waarvan de vrouw ook hoogtevrees had, kreeg Iet een compliment “you did a great job”. De eerste lookout was bij de Mueller gletsjer. We liepen door een prachtig Alpen landschap. Ook hier hebben ze Alpen, The Southern Alps. Hier en daar zagen we al bloeiende planten. De wind was stevig en fris. Na anderhalf uur kwamen we aan bij de Hooker gletsjer en het gelijknamige meer. Er dreven nog ijsschotsen in het meer, met Mount Cook op de achtergrond een plaatje. Rond twaalf uur zijn we teruggelopen. Het fraaie uitzicht dat we op de heenweg op Mount Cook hadden, was nu minder door de bewolking. Het weer bleef zonnig al waaide het erg hard. Om kwart over één waren we weer bij de camper. Naar Mount Cook village gereden om koffie te drinken, alles gesloten. We rijden richting Twizel en slaan na enkele kilometers linksaf naar de Tasman Glacier. Op het parkeerterrein wat gedronken en op pad naar het uitkijkpunt op de gletsjer, twintigminuten lopen. Het is een stevige klim met heel veel traptreden. Het waaide zo hard dat de bril van mijn hoofd waaide. De Tasman Glacier is de langste gletsjer van Nieuw Zeeland, 24 kilometer lang. De gletsjer trekt zich ieder jaar tussen de 400 en 800 meter terug. De verwachting is dat de gletsjer in 2027 nog 20 kilometer lang is en waarschijnlijk verdwijnt de gletsjer uiteindelijk. Aan het einde van de gletsjer ligt het Tasman meer en ook hier dreven grote ijsschotsen. Het water van de Mueller gletsjer, de Tasman gletsjer en de Hooker gletsjer komt via de Tasman River in het Pukaki meer. We dalen af en komen bij een zijpad naar The Blue Lakes die niet blauw maar groen zijn. Het waren ooit gletsjer meertjes maar nu worden ze alleen nog gevuld met regenwater en daardoor is ook de kleur veranderd. We lopen en klauteren langs vijf meertjes en daarna weer terug. Na een uur waren we weer terug en hadden we onze fysieke plicht weer gedaan voor vandaag. Langs het Pukaki meer teruggereden naar Twizel en nog een paar keer gestopt om van het fraaie uitzicht te genieten. Langs de zuidkant en de oostkant van het Lake Pukaki rijden we naar Lake Tekapo en hebben daar een camping gezocht.

Moeraki Boulders, OamarĂş en kamperen aan de voet van Mount Cook

Zondag 30-10

Bij het opstaan zagen we een strak blauwe hemel. Lekker buiten ontbeten en om half tien liepen we al op het strand richting de Moeraki Boulders, zo’n half uur lopen. We liepen langs een groot stuk afgekalfde kust. Zo’n vijftig bollen liggen er op het strand de grootste met een doorsnede van meer dan twee meter. De grote stenen bollen lijken soms op schilden van een schildpad. De stenen hebben een vulkanische oorsprong en dit proces is zo’n zestig miljoen jaar geleden begonnen. Door chemische processen in de zeebodem zijn deze bolvormige keien gevormd en later door erosie uit de kliffen te voorschijn gekomen. Sommige waren open gebarsten en anderen waren uiteen gevallen. De binnenkant van de stenen zien eruit als een soort honingraat. Weer terug gelopen en koffie gedronken. Daar raakten we natuurlijk weer in gesprek met locals. Dat is overigens niet moeilijk want iedereen zegt goede dag en vraagt “how are you today”. Het was een stel dat de hele wereld over trekt om inrichtingen te monteren in kippenstallen. Ze waren ook al diverse keren in Nederland geweest. We rijden via de beach road en Kakanui naar Oamarú.. De weg loopt vlak lang de grote oceaan. Oamarú werd gesticht door Europese immigranten in 1853. De belangrijkste bron van inkomsten was verschepen van ingevroren vlees. Het was destijds een zeer welvarende stad en dat bleek uit de gebouwen. De gebouwen zijn opgetrokken in witte tot crème kleurige Oamarú kalksteen. Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw waren Griekse en Romeinse voorbeelden mede bepalend voor de ontwerpen. De historische havenbuurt herbergt, in de voormalige pakhuizen en kantoorgebouwen, leuke winkeltjes. The New Zealand Malt Wiskey Company bezit een pakhuis met een bar en een winkel. In Oamarú geluncht en omdat we weer beschikking hadden over WiFi, mail en website bijgewerkt. Daarna richting Omarama. We passeren Lake Waitiki en Lake Ariemore waar verschillende waterkracht centrales staan. In dit gebied staan er zes die samen goed zijn voor 1/3 van de totale energie voor Nieuw Zeeland. Van Omarama rijden we naar Twizel. Onderweg zag Iet het bord “Clay Cliffs”. In de reisbeschrijving stond: Een stel bizarre geërodeerde kliffen met kloven en spitse kantelen. Dat leek ons wel wat. We moesten 10 kilometer over gravel road en zagen toen een bord “Kettle Holes”. We hadden tien kilometer gereden dus dat zou het moeten zijn. Het was 3 kilometer lopen en wij op pad. Na 20 minuten zagen we in de verste verte nog geen kliffen en bizarre geërodeerde toestanden. Dus teruggelopen en na dik drie kwartier waren we weer bij de camper. Nog verder doorgereden, niets te zien. Totdat de weg ophield en dus weer terug, 18 kilometer gravel road. We zijn gewend dat in Nieuw Zeeland alles perfect is aangegeven maar ook op de terugweg hebben we niets meer gezien. Het is ze vergeven die kiwi’s.

Verder gereden via Twizel naar Mount Cook. Aan het einde van de weg is een DOC camping “The White Horse Hill Campground”. Onderweg nog een paar keer gestopt voor de mooie vergezichten op Mount Cook en Lake Pukaki onder andere bij Peters look out. Prachtig gezicht op de bergen waarvan een aantal boven de 3000 meter. Mount Cook (3754 mtr) in het Maori is “Aoraki” en betekent “berg die de wolken pakt”. Lake Pukaki is turquoise door het gletsjermeel. Dit is fijn schraapsel dat door de gletsjer van het ondergesteente wordt geschraapt. Door het zonlicht dat erop valt geeft dit een turquoise glinstering. We bereiken de DOC en moeten 26 NZD aftikken. We hadden geen gepast geld dus op zoek naar de “warden” en die kon gelukkig wisselen. Er stonden heel veel campers, busjes en een aantal tentjes. DOC (Department of Conservation) deed goede zaken.

De aanhouder wint

Zaterdag 29-10

Om kwart voor tien vertrekken we met regen; het is zwaar bewolkt. Ook afgelopen nacht heeft het veel geregend. Gisteren vertelden ze ons dat het vandaag voormiddag nog zou regenen en dat het dan zou opklaren. We volgden de weg aan de westkant van Otago Peninsula, de Portobello road. Deze weg is prima te berijden en er zijn veel mooie baaien maar die zien er door de bewolking wat minder fraai uit. Veel hellingen met bloeiende brem en overal schapen. We komen aan bij Taiaroa Head waar een centrum is gevestigd om albatrossen te bekijken en yellow eyed pinguĂŻns. Er is geen royal albatros te zien op dat moment maar we zien wel weer zeeleeuwen, nu van heel dichtbij. Het is inmiddels droog maar er waait een hele koude wind. Na de koffie vertrekken we richting Harwood en even verder links richting Cape Saunders. Het is een gravelweg en we komen bijna niemand tegen. We kunnen niet tot aan het light house komen maar de weg rondom Papanui Inlet is prachtig. Aan het einde van de weg parkeren we en spreken we een man uit Sydney die in Dunedin woont. Hij adviseert ons naar Sandy Mountain te gaan. Weer een gravel weg, deze keer om Hoopers Inlet. Het is eb en we zien heel veel vogels op de drooggevallen gedeelten. Aan het einde van de Sandy Mountain road klimmen we naar het look out point. Vandaar hadden we ook een prachtig uitzicht over Sandfly Bay waar we eergisteren waren. Met een mooi uitzicht op Hoopers Outlet geluncht aan Ă©Ă©n van de picknick tafels. De temperatuur was inmiddels verdubbeld, van vijf naar tien graden. De zon scheen maar de wind bleef koud. Terug naar Dunedin waar we nog een paar boodschappen hebben gedaan en getankt. Vervolgens gaan we op weg naar Shag Point om de yellow eyed pinguĂŻn te spotten, de volgende poging. Op de rotsen zaten aalscholvers en natuurlijk lagen er weer pelsrobben op het strand en op de rotsen. We begonnen te twijfelen of we hier moesten blijven om yellow eyed pinguĂŻns te zien. Er stonden ook geen borden dat ze hier te zien zouden zijn. De dame op Sandfly Beach had ons verteld dat we de meeste kans hadden bij Moeraki Peninsula. Twee keer gevraagd onderweg en we worden naar de vuurtoren gestuurd, Light House Road. Daar was een pinguĂŻn reserve, Katiki Point met een uitkijkpost. We hadden afgesproken tot half zeven te blijven en om vijf voor half zeven zien we drie pinguĂŻns uit zee komen. De begroeiing was te hoog om ze goed te kunnen blijven volgen. Twee Franse meiden vertelden dat ze aan de andere kant beter te zien waren en vlak bij de afrastering zaten. Wij naar de andere kant gelopen en daar zaten er inderdaad wel tien. Als kers op de taart zagen we, net toen we wilden vertrekken, nog drie pinguĂŻns uit zee komen en het strand oplopen. Het was een geweldig gezicht en een hele mooie ervaring om zo dicht bij toch zeldzame beesten te staan. Om half acht vertrekken we en zoeken we een camping in de buurt, Moeraki Bolder Holiday Park.

Dunedin, weer heel veel water. Nu helaas wel van boven

Vrijdag 28-10

De morgen begint met regen en daarom maar wat langer blijven liggen. Om half elf rijden we naar het centrum van Dunedin. Eerst naar de Chinese tuin en we mogen daar de rest van de dag de camper laten staan. De tuin is geheel gebouwd in Shanghai en daarna weer ontmanteld en verscheept en in Dunedin weer opgebouwd. De tuin geeft uitleg over de Ming filosofie en de meest gebruikte kleuren zijn blauw en groen. Daarna het station bezocht, gebouwd in 1906 en volgens sommige boekjes het meest gefotografeerde station ter wereld. De vloer is bedekt met mozaïek in spoorweg motieven, de muren zijn decoratief betegeld en het raam op de eerste verdieping is glas in lood met de afbeelding van een locomotief. Er is geen passagiersverkeer meer. Tweemaal daags vertrekt er nog een toeristentrein. We drinken koffie in de oude stationsrestauratie met warempel Limburgse carnavalsliedjes afgewisseld met Duitse schlagers. Wij waren de enigen die in de gaten hadden dat het Nederlands was. In de stationsrestauratie ontmoeten we André Jansen, afkomstig uit Eindhoven. Hij woont al 66 jaar in Nieuw Zeeland en hij is nu 88! Hij vertelt over zijn leven als stukadoor en hij reist nog regelmatig naar Europa. Het was een gezellige kletser en het regende nog steeds pijpenstelen dus waarom niet even kletsen, André genoot ervan. We werden door een Chinees gevraagd of we met hem op de foto wilden. Waarom weten we niet, zijn Engels was net zo beroerd als ons Chinees. Vanaf het station lopen we naar het Octagon, een plein midden in het centrum met veel eettentjes en restaurantjes. Aan dit plein liggen ook The Municipal Chambers en St. Pauls Cathedral. Het zijn gebouwen uit 1870 in neo-renaissance en neo-barok stijl. De binnenkant van St. Pauls Cathedral straalt weinig uit. We lopen een heel eind door George Street, vrijwel geheel voorzien van luifels over het trottoir. Dat is wel lekker met dit weer. Albany Street ingelopen en even gevraagd waar het oude universiteitsgebouw lag. Het was een beetje moeilijk vinden omdat alles was opgebroken. De man die ons de weg wees had een goede mensen kennis. Hij voegde toe aan zijn uitleg “you can also have a coffee there”.

De eerste universiteitsgebouwen stammen uit 1878, de bloeitijd van Dunedin. In die periode zijn veel representatieve gebouwen neergezet ontworpen door Europese architecten. De klokkentoren, die iets kleiner is dan zijn voorbeeld van de universiteit van Glasgow, steekt uit boven de campus.

De stad Dunedin is in 1848 gesticht door de Schotten en Dunedin is de Gaelic name van Edinburgh. Je ziet de Schotse invloeden in verschillende gebouwen. Op de campus volgen we de tip op en “did we have a coffee”. Omdat het hard tot heel hard regent besluiten we om niet meer de Botanic Gardens te bezoeken en lopen we terug naar de camper. We rijden nog even naar het steilste straatje van de wereld, Baldwin Street met een stijgingspercentage van 38% en dan naar een camping vlak bij de route naar Otago Peninsula.

Tevergeefs wachten op pinguĂŻns in Dunedin

Donderdag 27-10

Iets voor negenen vertrokken we naar Jack’s Blowhole vanuit Jack’s Bay. Naar de blowhole gelopen, twintig minuten heen en weer terug. Het is een diep gat van 55 meter in de rotsen 200 meter van zee dat een open verbinding heeft met de zee en waar het water tegen de wanden klotst. De wandeling er naar toe biedt hele mooie vergezichten en gaat af en toe stijl omhoog. Daarna rijden we naar Nugget Point, een half uur rijden over grotendeels gravel wegen. In verband met werkzaamheden aan de parkeerplaats moeten we wat eerder parkeren en lopen we eerst naar een uitkijkpunt voor de geel oog pinguïn. We zien er geen en dat is ook een beetje te verwachten op dit uur. Wel zien we een zeeleeuw in de zon liggen. We lopen naar de vuurtoren en op de rotsen in de diepte liggen verschillende zeeleeuwen. De kust is heel erg mooi met grillige rotspartijen langs de kust. Het is inmiddels twaalf uur en we hebben nog geen “coffee” gezien. In Kakapoint rond half één geluncht en daarna verder via Balclutha en Milton naar Dunedin. We rijden meteen door naar Otago Peninsula naar Sandfly Beach. Ook daar zouden we zeeleeuwen en geel oog pinguïns moeten kunnen spotten. Rond half vier lopen we via een heel stijl duinpad met los zand naar beneden naar het strand. Op het strand liggen diverse zeeleeuwen. We ontmoeten een jong stel uit Nederland, Henriette en Sebastiaan, en we liepen samen op tot bijna aan het einde van de baai. In totaal lagen er wel 10 zeeleeuwen op het strand en we zagen er ook nog enkele uit het water komen. Ze surfen op de golven naar de kust en laten zich als het ware aanspoelen voor ze gaan lopen. We hebben anderhalf uur zitten kijken en wachten maar geen pinguïns. Om half zes klommen we weer naar boven en ontmoetten we twee dames die een deel van het strand gingen afzetten. Ze vertelden dat vanaf 3 uur de pinguïns aan land komen maar dat de kans het grootst is vanaf half zes. Jammer dat we er geen hebben gezien maar je kunt niet alles hebben. In Dunedin een Top10 camping gezocht en de eerste dame ontmoet aan de receptie die niet echt vriendelijk was. Ze deed haar werk en dat was het.

Heel veel water vandaag. Gelukkig niet van boven.

Woensdag 26-10

Kwart voor tien rijden we, na een stevig ontbijt, weg. We besluiten om niet meer naar Slope Point te gaan, dat was een heel eind lopen. Omdat de weg alleen geschikt is voor 4x4 voertuigen mogen we er niet met de camper naar toe. Het regent dus van een mooi uitzicht zal ook wel geen sprake zijn. Onze eerste stop is, na een lange gravel road, Fossil Forest. Bij eb zijn de versteende resten te zien van bomen die daar 15 miljoen jaar geleden stonden. Je moet echt goed op het strand gaan kijken om de resten te zien. In Waikawa bij de I-site gevraagd wanneer het laagwater is om The Cathedral Caves te bezoeken, dit kan namelijk alleen bij laag water. Om 18.30 uur was het laag water. Iets na Waikawa koffie gedronken in “Niagarafalls Bar”. Het was een oude school en de dochter van de manager had als “pilot van de stoker” (tandem wielrennen voor blinden) meegedaan aan de Paralympics in Londen en in Rio. In Londen hadden ze goud, zilver en brons gewonnen en de medailles lagen daar. We mochten we even vasthouden, zijn echt zwaar. In Rio hadden ze zilver en brons gewonnen.

Daarna naar de Niagara Waterval, een heel klein watervalletje en met springvloed niet eens te zien, bezocht. De naam is gegeven met een knipoog naar de echte Niagara watervallen. Vervolgens rijden we 4 km het binnenland in naar de Mac Lean Falls, 30 minuten lopen. Daarna geluncht en Lake Wilki bezocht. Dit meer is ontstaan na de eerste ijstijd. Weer verder met een stop op Florence Hill, met prachtig uitzicht over het enorme strand en de kustlijn. De Matai Falls bezocht en daarna de Parakanui Falls, meestal is het zo’n halfuurtje lopen naar de watervallen. Dan weer het hele stuk terug om bij laag water de Cathedral Caves te bezoeken. Omdat de toegangsweg over privéterrein loopt moet je 5 NZD pp aan parkeerkosten betalen. De tocht gaat 20 minuten door het bos en dan nog 10 minuten over het strand. De Caves kunnen alleen bij laag water worden bezocht en er stond nog water bij de ingang en moesten we over de rotsen klauteren. Je loopt helemaal door een enorme grot, dertig meter diep naar een andere uitgang. De door het zeewater uitgesleten kloof of tunnel behoort tot de grootsten ter wereld. Om half zeven lopen we terug. We zien de parkeerwachter in gesprek met een Japans stel. Zij had een soort ballerina schoentjes aan. “You are dressed for the mainstreet of Auckland but not for this track”. Ze mochten het pad niet op en de parkeerwachter sprak zijn verbazing uit naar ons over het stel. We gaan op zoek naar een DOC camping. We vonden er één in de buurt van Jack’s blowhole. Daar aangekomen bleek er geen en we vonden er een 20 kilometer verder. Het was geen parkeerplaats en we moesten pal aan de rand van de baai parkeren en er was verder niets of niemand te bekennen. Vier kilometer verder was er nog een en daar stonden al twee campers en daar hebben we die van ons ook maar bij gezet. Het was inmiddels acht uur dus het kon wel weer voor vandaag.