Iet en Theo in New Zealand and Down Under

Mooiste strand van Queensland en daar liggen wij gewoon op.

Vrijdag 18-11

Na een laat ontbijt vertrokken we rond half elf terug richting Bundaberg om daar even boodschappen te doen en vervolgens reden we richting Agnes Water. Volgens een bord langs de weg de plaats met het fijnste klimaat en de mooiste stranden van Queensland. Bij Joe’s Roadhouse getankt en koffie gedronken, hier had de tijd stilgestaan. Er was werkelijk van alles te koop, van slippers tot vis en van Huggies tot ananas.

Rond Bundaberg groeit veel suikerriet dat mede wordt gebruikt voor het stoken van de Bundaberg Rum. Rond half twee zijn we in Agnes Water. Een fruitlunch in het park en daarna een paar uurtjes heerlijk op het mooiste strand van Queensland gelegen. Daarna hebben we nog anderhalf uur gereden. We zagen onderweg kangoeroes, kennelijk komen die zo vanaf vijf uur tevoorschijn. Het zijn echt flinke beesten. Om half zeven waren we op Discovery Campsite. Als het helemaal donker is zien we weer vier kangoeroes vlak bij de camper over de camping springen.

Kaketoe, wilde paarden, kangoeroes en één hele grote schildpad

Donderdag 17-11

We ontbijten nog buiten met een kaketoe op de loer die op een onbewaakt moment bijna ons gebakken ei van het bord pikte. De afwas gebeurde in de regen dus snel vertrekken. Na een half uurtje was het weer droog en zo’n 21 graden. De weg van Rainbow Beach naar Maryborough was vooral recht en lang met links en rechts bossen. Onderweg zien we wilde paarden met een veulen.

Maryborough is de geboorteplaats van Pamela Lyndon, de hoofdrolspeelster in de Mary Poppins film. We waren de camper amper uit of we zagen “Mary Poppins” al lopen,een gids die rondleidingen door de stad deed. Eerst koffie en daarna even rondgelopen. Maryborough is de oudste stad van Queensland en heeft een aantal prachtige gerestaureerde gebouwen uit eind 19e eeuw. We liepen over de markt waar een oude rocker een Fender gitaar bespeelde, country muziek zoals je vaak hier ziet en hoort. Daarna zijn we naar Hervey Bay gereden, daar geluncht aan de baai. Hervey Bay heeft een esplanade met een mooi wandelpad langs de baai met veel bomen. Van Hervey Bay naar Bundaberg en daar het I-point bezocht om een excursie te boeken naar Mon Repos, het turtle centre. Helaas de groepen voor vanavond waren al volgeboekt en volgens de mevrouw van de info was er geen andere optie. Nou dat willen we dan wel eens zien, we laten ons niet zo snel afschepen. We hadden allebei hetzelfde, we rijden naar het centre en dan zien we daar wel.

Het was zo’n 12 kilometer rijden en het centrum was gesloten. Toevallig zag Theo een man die zijn snackkraam aan het schoonmaken was en hij informeerde naar de mogelijkheden om toch mee te gaan vanavond. Hij zei: “zorg dat je vanavond om half zeven hier bent en dan kun je waarschijnlijk wel mee. Ze houden altijd ruimte over voor mensen die niet geboekt hebben. Iet ging vlug aan de slag om wat te kokkerellen en vanuit haar ooghoeken zag zei iets bewegen. Jawel de eerste wilde kangoeroes. Rond zes uur arriveerden twee rangers en Theo er meteen naar toe. Ze dacht dat we wel meekonden. Zorg dat je er om zeven uur bent.

Gegeten en naar een camping gereden 8 kilometer verderop waar we via de telefoon de toegangscode kregen tot de safe en daarin alle info over de camping. Weer terug naar het turtle centrum en daar stonden al heel veel mensen klaar voor de excursie. Om zeven uur werden eerst degenen die geboekt hadden binnengelaten. We moesten nog even wachten maar konden mee in groep 3.

Om half acht was er een AV presentatie over de schildpadden en daarna was het wachten. Er waren drie groepen. Het gaat als volgt: op het strand patrouilleren rangers en vrijwilligers om turtles te spotten en te registreren. Ze zien de sporen op het strand van een turtle die uit zee het strand op gaat. Bij de eerste turtle gaat groep 1 mee en dat was in ons geval om half tien. Dan is het weer wachten of er een tweede komt. En dat bleek het geval om tien uur. Toen mocht groep 2 mee. En weer wachten op de derde, de dag ervoor hadden ze er maar twee gezien dus spannend of we niet voor niets waren gekomen. Om kwart over tien kwam het bericht van het strand dat er een derde schildpad was gesignaleerd en wij werden opgehaald door de ranger. Onder een bijna volle maan liepen we over het donkere strand. Er mocht totaal geen licht te zien zijn van camera’s, telefoons etc.

Op een gegeven moment wees de gids op een groot, duidelijk spoor van de Logger Head Turtle. Ze was al bezig een nest te graven. Ze heeft een beperkt gezichtsveld en hoort ons niet. Het belangrijkste is dat ze uit zee kan komen zonder gestoord te worden door kunstmatig licht. Dit verstoort haar oriëntatie en haar gevoel van veiligheid. Zodra ze met het nest bezig is, kun je aan de achterkant kijken. Op een gegeven moment stopte ze met graven en liep weg. De gids zag later dat ze op een boomwortel was gestuit. Ze ging enkele meters verder opnieuw beginnen met graven. Wij hadden ons inmiddels weer teruggetrokken. Toen ze bezig was met graven legde de gids een kleine zaklamp achter bij de schildpad. Dat ziet ze niet en daardoor konden wij mooi de graafwerkzaamheden volgen. Om de beurt met de linker en rechter flipper wordt er een “handje” zand uit de kuil gegraven tot die zo’n 40 centimeter diep is in de vorm van een trechter, bovenin smal en onder breder. Dan gaat het leggen van de eieren beginnen. Nadat ze 25 eieren heeft gelegd raakt ze in trance en kon de gids gaan meten, , de gegevens van registratie tag noteren en de beschadigingen noteren. Het was een bekende schildpad, op dit strand Mon Repos geboren en ong. 45 jaar oud. Vrouwelijke schildpadden komen meestal terug op de plek waar ze geboren zijn om eieren te leggen. Ze leggen gemiddeld 4 keer per seizoen en dat iedere 3 tot 4 jaar. Ze leggen dan ongeveer 125 eieren per nest ; tussen de 28 en 30 jaar zijn ze volwassen. De eieren worden niet bebroed maar worden uitgebroed door het warme zand en na 8 weken graven de jonge schildpadden zich een weg naar boven. De temperatuur van het zand heeft grote invloed op het geslacht. Boven de 28,6 graden worden vooral vrouwtjes geboren en onder de 28,6 graden vooral mannetjes. Nadat de ranger zijn werk had gedaan en alles had genoteerd en opgemeten, mochten de lampen aan van videocamera’s en fototoestellen. Omdat ze in trance zijn, stoort dat niet. Toen ze haar eieren bijna weer met zand had bedekt, moesten de lampen weer uit zodat ze aan het natuurlijk licht kon wennen. De schildpad loopt dan weer naar zee terug. We hebben tot 00.00 uur gekeken en zijn toen onder begeleiding teruggelopen want er kan altijd weer een schildpad uit zee komen. Vanaf zonsondergang tot zonsopgang wordt er wacht gelopen in de maanden november tot en met februari en wordt alles geregistreerd. Mon Repos heeft de grootste concentratie zeeschildpadden van de oost kust van Australië die daar nestelen. Het was een geweldige ervaring om het allemaal mee te maken van zo dichtbij. Om half één weer op de camping, nog een glaasje en slapen.

Fraser Island

Woensdag 16-11

We moeten er weer wat vroeger uit omdat we om half acht opgehaald worden door de bus voor de dagtocht naar Fraser Island. De bus komt 10 minuten later omdat de chauffeur eerst nog een band moest wisselen, de linker voorhand was lek. We moeten her en der nog wat mensen ophalen en rijden dan naar de ferry die al ligt te wachten. Om half negen vertrekken we, het is 10 minuten varen naar de overkant. Het strand is heel erg smal, eergisteren was het volle maan en daarom extra hoogtij.

Fraser Island is honderd duizenden jaren geleden ontstaan uit drie rotsen van vulkanische oorsprong. Al die jaren spoelen rivieren zand en ander fijnmateriaal naar zee waar de stroming van de zee het meevoert naar het noorden. De drie rotsen fungeerden als “afzettingsplaats” en vergaarden het zand. Dit proces duurt nog steeds voort. De aanhoudende oosten winden bliezen het zand op tot hoge duinen. Sommige tot een hoogte van 240 meter. Ze behoren tot de hoogste zandduinen ter wereld. Op Fraser is land heeft zich ook” coffeerock” gevormd. Het is gewoon zand dat samengeperst is en bij elkaar gehouden wordt door organische stoffen die in sommige meertjes en moerassen voorkomen. Er zijn heel veel zoetwater meren en kreken op het eiland.. Het water is gewoon drinkwater zo zuiver.

De flora varieert van heide tot subtropisch regenwoud. Fraserisland is de enige plek ter wereld waar regenwoud boven zeeniveau (200 mtr.) op zandduinen groeit. Dit komt door de aanwezigheid van “watertables”. Dit zijn ondergrondse meren op een diepte van ongeveer 15 meter waar de wortels van de planten het water halen.

Sinds 1992 staat Fraser Island op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het eiland is 125 km lang en afhankelijk van de plaats 5 tot 25 km breed.

Na aankomst op Fraser Island reden we een flink stuk over het strand en daarna een stuk door de bossen omdat het water nog te hoog stond. De weg door het bos was door heel fijn zand en hele diepe sporen door de 4WD auto’s en bussen. De eerste stop was bij het resort en daar hebben we even koffie gedronken. Daarna naar Lake Mackenzie, volgens de Lonely Planet één van de top tien locaties ter wereld op de zwemmen. Het is een prachtig blauw meer het witte stranden van heel fijn zand. De temperatuur van het water is heerlijk. Het zand is zo fijn en zacht dat je je lekker kunt scrubben. Je huid is daarna super zacht. Ook je sieraden kun je polijsten met het zand en zien er weer uit als nieuw. We hebben even heerlijk gezwommen. We hadden maar een uurtje en gingen daarna naar Central Station. Dit was oorspronkelijk een dorp gebouwd voor de bosbouw compleet met school en winkels etc. Er ontstond een conflict tussen de bosbouwers en de natuurliefhebbers en toen Fraser Island op de wereld erfgoedlijst is geplaatst, is alles gestopt. De bebouwing is geruimd en het tropisch regenwoud is hersteld. We hadden een buffetlunch in het resort en daarna gingen we op weg via zandpaden en het strand naar het Maheno wreck. Op de kust van het eiland hebben vele schepen schipbreuk geleden. Het bekendst is het wrak Maheno, een lijnschip tussen Nieuw Zeeland en Australië dat in 1935 op de zandbank is gelopen . Dit wrak ligt nog op het strand.

Dan naar de pinnacles Coloured Sands. Dit zijn zandrotsformaties in 64 verschillende kleuren zand. Op deze plek konden we ook een rondvlucht maken boven het eiland wat we natuurlijk gedaan hebben. Met zijn zevenen in een klein vliegtuig dat opsteeg en landde op het strand. We vliegen eerst over het scheepswrak en dan over verschillende zoetwater meren, Butterfly Lake, Boemerang Lake en meer van die fraaie namen. Ook de zandkraters zijn vanuit de lucht mooi te zien. We maken een super zachte landing op het strand en hebben nog even kunnen poedelen bij Eli Creek. Om 15.15 terug naar het resort voor een laatste stop. Onderweg terug naar de ferry zagen we een dingo lopen. Op Fraser Island zijn nog de enige zuivere dingo’s te vinden. Ze leven in het wild maar zijn wel allemaal gemerkt met een halsband. Zij was op zoek naar voedsel want ze liep bij vissers te azen of ze iets weggooiden. Daarna met 80 km per uur over het strand, soms geldt er een snelheidsbeperking van 40 km per uur, terug naar de ferry. Terug in Rainbow Beach bij het surfcafé wat gedronken. Op de camping raken we in gesprek met onze Australische buurman. We hebben hem en zijn vrouw nog wat kunnen vertellen over zijn land. “You bloody tourist know more about things than we”.

Een mooie dag zit er weer op en het is maar goed dat we niet een auto hebben gehuurd om zelf te rijden. Het is een kunst om in het zand te rijden en met de auto gaat het veel langzamer dan met de bus. Als je met eigen huurauto wilt rijden moet je zeker twee dagen gaan, één dag heeft geen zin.

Drie keer scheepsrecht

Dinsdag 15-11

Onder een sterrenhemel en 21,5 gr zitten we het verslag van vandaag te maken. Vanmorgen toch maar weer de wekker gezet om 04.40 voor the sunrise. En jawel, drie keer is scheepsrecht, om iets voor vijf zagen we de zon uit de zee verschijnen. Voor degenen die het nooit hebben gezien, het is te vergelijken met een zonsondergang maar dan de andere kant op. Daarna weer het bed ingedoken. Om half negen opgestaan, even uitslapen na zo’n break. Voor onze camper stond op 1 meter afstand een betonmixer te draaien. Ze waren verhardingen aan het storten bij de camperplaatsen. Er waren heel veel plaatsen vrij dus wij begrepen niet waarom ze ons op een plek hadden gezet waar we zoveel last hadden van dat ding. Ik dus toch even naar de receptie om mijn beklag te doen. Er was weinig begrip en de manager zei dat ik begrip moest hebben dat het werk door moest gaan. Ik heb gevraagd of hij in de gaten had dat ik een klant was en heb het daar bij gelaten. Na het ontbijt vertrekken we richting Rainbow Beach. We maken een tussenstop in Eumundi, een heel leuk plaatje met een beetje een country uitstraling en hele leuke winkeltjes. Op een luifel stond “Don’t delay get the perfect hair today”. Omdat Iet haar haar moest laten knippen, sprak die slogan erg aan en dus Iet naar de kapper. Prima geknipt dus die kan er weer tegen. Onderweg op een picknickplaats tussen Gympie en Rainbow Beach gepicknickt. Aangekomen in Rainbow Beach naar de tourist info. We wilden graag zelf met een 4WD naar Fraser Island. Dit werd ons door de verhuurder afgeraden omdat het tij erg ongunstig was en we maar kort op het eiland konden blijven. Zonde van het geld zei de mevrouw zelf! Ze adviseerde ons om of twee dagen te gaan en als we één dag wilden met de bus te gaan. We kozen voor het laatste en dus terug naar de tourist info. Daar geboekt. De mevrouw adviseerde ons ook om nog naar een viewpoint te gaan in Rainbow Beach en om aan het einde van de middag over het strand te wandelen. We reden naar de parkeerplaats en startten de wandeling. Al snel zagen we een “leguaan” van zo’n 70 centimeter. Het was 20 minuten lopen naar de zandvlakte en daar zijn we richting zandkliffen gelopen en weer terug naar de camper. Daarna even lekker geluierd aan het zwembad. Voor het eten nog een flinke strandwandeling gemaakt. We hoopten nog de volle maan te zien opkomen maar er was teveel bewolking boven zee.

Noosa Head National Park

Maandag 14-11

Om 4.45 uur de wekker gezet want wij willen niet de son in de see sien sakken maar uit de see sien komen. Helaas, het was weer bewolkt en om vijf uur lagen we er weer in. Na het ontbijt, het was al 25 graden, even gewinkeld in Mooloolaba en koffie gedronken. Ook hier kunnen we net als in Nieuw Zeeland gewoon een glas water erbij pakken. Ja we weten nu wat hydrateren is, gewoon veul drinken!

We gaan op weg naar Noosa Heads waar we een kustwandeling willen maken in het National Park maar waar is dat dan?

We zien Noosa Marina, Noosaville, Noosa Civic. Bij het infopunt een kaartje gehaald en gevraagd waar de track te vinden was en waar we een gedetailleerde kaart van de oostkust konden kopen. Ze stuurden ons naar de Australische ANWB de RQAC en die gevonden in Noosa Civic. Op naar het nationaal park maar we konden daar de camper niet kwijt. Een zijstraat ingereden en een automobilist gevraagd waar we konden parkeren want het was overal max. 1 uur parkeren. Hij zei: “stap maar in dan zal ik het laten zien”. Ingestapt en hij toonde me een plek waar we onbeperkt konden parkeren. Hij reed ook nog even naar de ingang van het park om te laten zien welke wandeling we het best konden lopen. Daarna heeft hij me weer afgeleverd bij de camper. Hij adviseerde de Tangle track te lopen als mevrouw het niet “to far” vond. Nou mevrouw had de afgelopen dagen voor hetere vuren gestaan. We hebben drie tracks aan elkaar geknoopt, eerst door het regenwoud (bos) naar Alexandrië Bay en daar over het strand naar de andere kant van de baai. Op het strand lagen wel 20 mensen! Trappen op gelopen en we waren nu op de coastal track naar Hellsgate, een uitzichtpunt op de rotsen. Daar zagen we twee zeeschildpadden en ook een groep dolfijnen. Verder over de coastal track langs Tea Tree Bay waar Koala’s te zien zijn als je heel veel geluk hebt. Dat hadden we dit keer niet. Na twee en een half uur lopen ( het was inmiddels half vier) waren we weer bij de auto. We besloten om een camping te nemen een stukje terug weer aan zee in Coolum Beach. Nog even op het strand gelegen maar dat werd wat fris toen de zon minder werd, mede door de stevige wind. Het was heerlijk om buiten te zitten maar het stikte van de hele kleine vliegjes. De rest van de avond in de camper gezeten en de dag van morgen voorbereid.

Camper ophalen en de proloog van de rit naar Cairns

Zondag 13-11

Op tijd opgestaan want we hadden om 9 uur de taxi besteld die ons naar het ophaalstation van Maui zou brengen. Nog even gauw naar de 11e verdieping voor een laatste view over Brisbane. Om half tien waren we bij Maui. We waren de eersten. Eerst alle formularia en de nodige handtekeningen en toen naar de camper. Die was niet schoon en er waren enkele zaken stuk. We hebben ons beklag gedaan, we hebben voor Maui gekozen omdat ze pretenderen de beste te zijn en daar is de prijs ook naar. De manager werd erbij gehaald en die had allerlei excuses, camper was intensief gebruikt en Australië is anders dan Nieuw Zeeland etc. Hier hebben we natuurlijk niets mee te maken en zij hebben ervoor te zorgen dat er voor ons een perfecte camper klaarstaat. Iet zei, dat het ook weinig met het gebruik te maken heeft en bood aan om een poetscursus te geven. Ze bood aan om de camper opnieuw te poetsen maar Dan moesten we een uur wachten. Geen zin in natuurlijk en aangegeven dat we liever een andere camper wilden. Dit werd uiteindelijk geregeld. Was ook niet echt super schoon maar beter dan de andere en er was niets stuk. Vertrokken en we zouden nog horen over onze klacht. Toen op weg naar het noorden, tjee wat een drukte. Dat hadden we met uitzondering van Sydney nog niet meegemaakt. Wel even wennen als je uit de outback komt. Op een gegeven moment is de scenic route langs The Glass House mountains aangegeven en die volgen we. Deze weg is in ieder geval een stuk rustiger. In Caloundra inkopen gedaan en daarna een camping gezocht in Mooloolaba, direct aan zee.We hebben nog even op het strand gezeten maar om vijf uur kwam er een onweersbui.Daarna hebben we op een terrasje wat gedronken en zijn we weer terug naar de camping gegaan. Het is niet meer zo warm maar het blijft wel vochtig. Op de camping gegeten en lekker buiten gezeten tot we naar bed gingen.

Inpakken en wegwezen, reis naar Brisbane.

Zaterdag 12-11

Vandaag is het weer reisdag, alles inpakken en ontbijten. De BAM girls sluiten ook nog aan en we nemen afscheid. We hebben veel plezier gehad met elkaar en lekker geroddeld over andere groepsleden en af en toe serieus was ook fijn. Om 10.50 uur worden we opgehaald door de shuttle bus voor de rit van 12 km naar het vliegveld. Om 13.15 uur vertrekken we naar Brisbane voor een vlucht van twee uur en drie kwartier. Het tijdsverschil met Alice Springs is 30 minuten (later)

Door onweer boven Brisbane moeten we een paar rondjes vliegen en kunnen we met een half uur vertraging landen om 16.45 uur plaatselijke tijd. Een taxi genomen naar het Grand Chancellar hotel. We hadden een prachtige kamer op de zesde verdieping met mooi uitzicht over Brisbane. We konden nog net de zonsondergang ( 18.15 uur) meemaken. Rond half acht vertrekken we naar het centrum maar we lopen verkeerd. Na een paar keer vragen komen we uiteindelijk bij de terminal van de rode ferry, The city hopper. Dit is een gratis ferry die een aantal terminals aan de rivier aandoet. We stappen uit in South Bank waar heel veel restaurantjes zijn en veel gezelligheid. Heerlijk gegeten bij een Aziatisch restaurant en daarna langs de kade van de rivier naar Victoria bridge gelopen. Langs deze kade liggen twee enorme zwembaden en is een kunstmatig strand aangelegd. Een mooie speeltuin voor kinderen en een tropisch park. Via de Victoria bridge bereiken we weer de kant waar ons hotel is, we zien dat het normale horeca gebeuren om half elf afgelopen is en dan gaan de nachtclubs open. We liepen nu wel goed en waren met tien minuten in het hotel. Rond middernacht lagen we er weer in. Brisbane was warm en vochtig.

Vierde dag outback en terug naar de bewoonde wereld.

Vrijdag 11-11.

Echt vakantie vandaag, uitslapen tot half zeven. Ricky en Troy hadden een warm ontbijt gemaakt met pancakes, spek en gebakken appeltjes. Na het ontbijt naar Ormiston gorge in The Mac Donald range waar we The Ghost walk hebben gedaan. Een wandeling van 2,5 kilometer een korte dit keer. Eerst trappen beklommen en toen naar het platform met uitzicht op The Ormiston Creek. Troy gaf uitleg over “gum trees” die er veel staan in dat gebied. In het donker lichten de stammen op waardoor ze op geesten lijken. Op de rotsen aan de overkant van de Creek zag M van BAM girls walibi’s op de rotsen springen. Afgedaald naar de bedding van de creek en daar even gechilld. Daarna over wat rotspartijen geklommen en wie wilde kon even zwemmen. De volgende stop was weer terug op de campsite Glenn Helen voor de lunch. We hadden ruim de tijd om nog wat voor ons zelf te doen en we hebben in het café wat gedronken. Na de lunch gaan we naar Ochra Pits, een bepaald soort gesteente in verschillende kleuren en weer een heilige plaats. Hier mogen alleen de aboriginals nog stenen meenemen die ze gebruiken om gezicht en lijf te beschilderen tijdens hun dans rituelen. De laatste stop was in Ellery Creek Bighole waar iedereen nog even lekker heeft kunnen zwemmen. Het water is heerlijk fris en geeft verkoeling als het zo’n 35 graden is. Nog vijftig minuten rijden naar Alice Springs. Het was een beetje een raar afscheid. Iedereen werd bij het hotel afgezet en er was geen afsluitende gezamenlijke maaltijd zoals in de beschrijving stond. In het hotel twee wassen gedraaid en rond zeven uur samen met de BAM girls in Epiloge in Alice Springs gegeten. Natuurlijk nog nagepraat over de voorbije vier dagen. Het was een hele leuke ervaring, precies lang genoeg. Slapen in een swag was leuk, we hebben heel veel prachtige natuur gezien en veel gehoord over de geschiedenis en de cultuur van de aboriginals. Troy was een prima gids, een beetje gereserveerd maar hij wist heel veel. Het afscheid had wat anders gemogen. Alice Springs is ook een beetje een rare stad waar de aboriginals en andere bewoners naast elkaar leven maar volgens ons nauwelijks geïntegreerd zijn. Er is ook een groot drank probleem. Ons is wel duidelijk geworden dat de aboriginals groot onrecht is aangedaan. Daar zijn inmiddels wel excuses voor aangeboden maar de wonden zijn nog niet hersteld. De film Rabbit Fence Proof is een aanrader om de historie van de aboriginals te ontdekken. Wij gaan die zeker kijken.